Ga direct naar: Hoofdinhoud
Geopend van
11:00 - 17:00

    Lust voor het oog

    Artikelen

    4-6 minuten

    Artikelen
    Foto: Tom Haartsen

    Foto: Albertine Dijkema

    Wie aan Delfts aardewerk denkt, denkt algauw aan het beroemde Delfts blauw. Maar de productie van Delftse plateelbakkerijen was veel diverser. In de tweede helft van de 18de eeuw werd hier bijvoorbeeld kleurrijk trompe-l’oeil-serviesgoed gemaakt. Zoals een paar ‘snoekterrines’ in de collectie van Museum Prinsenhof Delft. 

    Geschreven door: Esther van der Hoorn, conservator toegepaste kunst
    Dit is een bewerking van een artikel dat eerder verscheen in het Bulletin van de Vereniging Rembrandt (33#3). 

    De collectie van Museum Prinsenhof Delft bevat een imposant paar terrines van Delfts aardewerk. De terrines dragen het fabrieksmerk 'IVDuijn', waaruit blijkt dat ze tussen 1764 en 1772 zijn gemaakt door plateelbakkerij De Porceleyne Schotel, destijds eigendom van Johannes van Duijn. In deze periode maakten de Delftse plateelbakkerijen in navolging van Europese keramiekfabrieken trompe-l'oeil (Frans voor 'gezichtsbedrog') aardewerk: serviesgoed in de vorm van groenten, fruit en dieren, zoals snoeken. Onder de adel en gegoede burgerij was het mode geworden om de eettafel met dergelijk serviesgoed te versieren.

    Dineren à la française

    Behalve een visuele traktatie om van te smullen, waren snoekterrines ook functioneel. De terrine speelde een belangrijke rol bij de service à la française. Bij deze manier van opdienen, die tot in de 19e eeuw gangbaar was, serveerden de gasten zich van meerdere, symmetrisch gerangschikte schalen met hoofd- en bijgerechten. Grote terrines vormden het stralende middelpunt van de rijkversierde eettafel. Ze werden gebruikt om stoofpotten of soepen in te serveren. Kleinere terrines bevatten ragouts, patés en compotes.

    De terrines in de collectie van Museum Prinsenhof Delft werden gebruikt voor gerechten waarin snoek de hoofdrol speelt. Tegenwoordig wordt snoek nauwelijks meer gegeten, maar in de 18e eeuw kwam deze vis regelmatig op tafel. In het kookboek 'De Volmaakte Hollandsche Keukenmeid' uit 1746 staan bijvoorbeeld verschillende recepten met snoek. Een recept voor gestoofde snoek vraagt om de fijngehakte vis te mengen met onder andere broodkruim, eieren en boter, maar ook met specerijen die door de VOC werden verhandeld, zoals nootmuskaat en foelie. Het recept beveelt aan om het mengsel te kneden, te stoven en te serveren ‘op de wyze van een Snoek’, dat wil zeggen, met kop, vinnen en staart ‘tot cieraad ’er aan’. Bij snoekterrines lijkt die manier van opdienen in aardewerk vervat.

    Foto: Albertine Dijkema

    Pronkstuk

    De sprekende vormgeving, de natuurgetrouwe beschildering en het grote formaat maken dat de snoekterrines in de collectie van Museum Prinsenhof Delft behoren tot het beste van wat er in Delft aan trompe-l'oeil aardewerk is gemaakt. Een snoek heeft zich opgekruld rond de rand van een blauwwitte rieten mand. Op het deksel van de mand bevindt zich een tweede snoek, die op het punt staat om een kleiner visje te verorberen; de omhoog gedraaide vissenstaart fungeert als knop. Ondertussen lijken de snoeken rond de rand van de schotel waarop de manden staan zo weg te spartelen. De gladde vissenhuiden zijn natuurgetrouw beschilderd met toetsen groen, bruin, geel en rood, waarmee het effect van schubben wordt gesuggereerd. De onderschotels zijn beschilderd met verschillende vissoorten, die tussen groene waterplanten zwemmen. De terrines zijn uitzonderlijk groot voor Delftse begrippen: terwijl het meeste Delftse trompe-l'oeil aardewerk vergeleken met dat van buitenlandse fabrieken relatief klein is, meten deze terrines maar liefst 32,5 bij 41 cm.

    Foto: Tom Haartsen

    Concurrentie

    Dit paar snoekterrines vormt daarmee een artistiek en technisch hoogtepunt van de Delftse aardewerkindustrie in de tweede helft van de 18de eeuw. De Delftse plateelbakkers hadden het in deze periode moeilijk door de hevige concurrentie uit het buitenland. Terwijl Chinees porselein steeds goedkoper werd, waren er nieuwe porselein- en aardewerkfabrieken opgericht in Duitsland, Frankrijk en Engeland. Het paar terrines in de collectie van het museum laat zien dat er desondanks nog steeds grote pronkstukken werden gemaakt, die konden wedijveren met de producten van internationale concurrenten. Ze zijn een lust voor het oog! 

    Paar snoekterrines, De Porceleyne Schotel, 1764-72, tinglazuuraardewerk, aankoop met steun van Vereniging Rembrandt (mede dankzij haar Van Rijn Fonds en haar Themafonds Keramiek) en Stichting van Oosten – Oosterholt.

    Bezoekadres

    Sint Agathaplein 1, Delft

    Ongeveer 8 minuten lopen vanaf station Delft.

    +31 (0)15 260 23 58

    info-prinsenhof@delft.nl

    Openingstijden

    Van dinsdag tot en met zondag zijn we open van 11.00 tot 17.00 uur.

    Tijdens schoolvakanties en nationale feestdagen zijn we ook op maandag open. Op 25 december en 1 januari is het museum gesloten.

    Blijf op de hoogte