Onze man in Parijs. Bogarts invloed op Schoonhoven en zijn vrienden
18.02.2022 t/m
11.09.2022
Zien
Ontdek nog meer Bram Bogart in de presentatie Onze man in Parijs.
Vanaf de midden jaren 50 vormden Nederlandse kunstenaars Jan Schoonhoven, Armando, Kees van Bohemen, Jan Henderikse en Henk Peeters een artistieke vriendengroep die opzoek was naar een ‘nieuwe kunst’. Voor hen was de sinds 1951 in Parijs wonende kunstenaar Bram Bogart een grote inspiratiebron. Deze presentatie, samengesteld door gastcurator Antoon Melissen, laat een selectie van twaalf werken zien uit de jaren 1956-1959 die het ontstaan van de Nederlandse informele schilderkunst markeren waarvan Bogart de grondlegger is.
Onze man in Parijs toont hoe de vijf kunstenaars elk op hun eigen manier zijn beïnvloed. Zo vormen Bogarts dikke lagen verf het uitgangspunt voor Schoonhovens eerste reliëfs waaronder Crypta (1956, particuliere collectie) en gaat Henderikse aan de slag met niet alledaagse schildermaterialen waardoor zijn werk abstract en monochroom wordt. Zo maakt hij voor 223.58.35 (1958, Museum Prinsenhof Delft) gebruik van restjes huisschildersverf en mengt deze met gips en zand. Henk Peeters maakt de overstap van figuratief- (herkenbaar) naar abstract werk mede dankzij Bogart, en ook Armando’s werken met grove en dikke verflagen zoals Peinture criminelle (1956, Armando Stichting) zijn beïnvloed door de ‘Parijse Delftenaar’. Hoe verschillend de werken van deze kunstenaars ook zijn, in beeldtaal, materiaalgebruik en in hun ontstaanswijze er zit altijd een duidelijke link in naar het werk van Bram Bogart.
Ontstaan Nulgroep
Eind jaren vijftig zijn musea en galeries nog amper geïnteresseerd in de nieuwe schilderkunst zoals de vriendengroep deze maakte. Daarom organiseert de groep, onder de naam, de Nederlandse Informele Groep zijn eigen tentoonstellingen op alternatieve locaties . Aan hun eerste expositie van informele kunst, in de mensa van de Delftse Technische Hogeschool, neemt Bram Bogart deel als eregast. Ook buiten Nederland exposeren jonge kunstenaars hun werk in eigen ateliers, kelders en trappenhuizen. Hun tentoonstellingen markeren het begin van een nieuwe richting in de kunst: de internationale ZERO-beweging. De Nederlanders sluiten zich hierbij aan. Tussen 1961 en 1965 presenteren ze zich als Nulgroep. Voor hen begint dit verhaal in Delft, met hun bewondering voor Bram Bogart, thuis bij de familie Schoonhoven.
Unieke schetsboeken
Tussen 1955 en 1958 is huize Schoonhoven een hang-out voor jonge kunstenaars. Wekelijks is het open huis en wordt er gediscussieerd over kunst, muziek gemaakt en voorgedragen uit eigen werk. Anita Schoonhoven legt steevast schetsboeken klaar waarin bezoekers kriskras door elkaar schrijven, tekenen en schilderen. Van felgekleurde schetsen, zwart-wit pentekeningen en in blokletters geschreven verhalen tot geschilderde bladzijde. Een tweetal van deze unieke schetsboeken, die nog steeds in het bezit zijn van de familie, zijn te zien in de presentatie Onze man in Parijs. Uit deze boeken blijkt hoe deze avonden het huis van de Schoonhovens tot ‘centrum’ van de Nederlandse kunst maakten.