Op maandagochtend 12 oktober 1654 ontploft in Delft het buskruitmagazijn. De ramp gaat de geschiedenis in als de Delftse Donderslag. Schilder Egbert van der Poel maakt de explosie van dichtbij mee en verliest een kind bij de ramp. De Delftse Donderslag wordt een vaak terugkerend onderwerp in Van der Poels schilderijen.

DeDelftseDonderslagDe Delftse Donderslag
DeDelftseDonderslagDe Delftse Donderslag

Explosie van het kruithuis te Delft, Egbert Lievensz. van der Poel, (na) 1654, olieverf op paneel, bruikleen van de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed. Foto: Tom Haartsen
De Delftse Donderslag

Perfecte relatie, van 't springen van het magazyn der ... Staten van Holland ende West-Vriesland, binnen der stede Delft, Wilhelm Breeckevelt, 1654, drukwerk, Allard Pierson, Universiteit van Amsterdam
Gigantische explosie
Op de plaats van de huidige Paardenmarkt in Delft bevindt zich in de eerste helft van de 17de eeuw een groot buskruitmagazijn. Op die bewuste maandagochtend gaat er bij het trekken van een monster kruit iets ernstig mis. Circa 80.000 pond buskruit komt tot ontploffing. Naar verluidt is de gigantische explosie zelfs op Texel te horen. Geen huis in Delft is zonder schade en de huizen in de directe omgeving van het magazijn zijn geheel verwoest. Zo’n 50 doden en 84 gewonden worden geïdentificeerd, maar het werkelijke aantal slachtoffers moet veel hoger hebben gelegen.

Portret van Elisabeth Stuart, keurvorstin van de Palts, koningin van Bohemen op 33-jarige leeftijd, Willem Jacobsz. Delff, naar Michiel Jansz. van Mierevelt, 1630, gravure, Rijksmuseum Amsterdam
Impact
De impact van de ramp is enorm, ook buiten Delft. Van alle kanten leven mensen mee. Rotterdam en Den Haag sturen chirurgijns voor de gewonden en burgers zamelen geld in. De in Den Haag wonende verbannen koningin van Bohemen, Elisabeth Stuart, brengt uit medeleven een bezoek aan de rampplek.
Persoonlijk verlies
Egbert van der Poel wordt direct getroffen door de explosie. Zijn huis ligt aan de Doelenstraat, net achter het kruitmagazijn. Hij en zijn vrouw Aeltgen van Linschoten begraven twee dagen na de ramp een van hun kinderen. Hierna vertrekt het gezin naar Rotterdam. Daar pakt Van der Poel zijn penselen weer op en schildert tientallen schilderijen van de Delftse Donderslag. Zowel voorstellingen van de ontploffing als van de nasleep ervan.

Grote brand in De Rijp, Egbert van der Poel, 1662, olieverf op paneel, Museum In 't Houten Huis, De Rijp
Teken van God
De Delftse Donderslag past in een rij opeenvolgende rampen die tussen 1650 en 1660 in de Nederlanden plaatsvinden. De explosie wordt als een straf van God gezien. Het lied Hollandts Plagen (1661) bevestigt dit beeld: in de liedtekst plaatst Cornelis Maertzen de Delftse ramp tussen tien andere dramatische gebeurtenissen, zoals een landelijke muizenplaag en een verwoestende brand in het walvisvaardersdorp De Rijp.

Egbert van der Poel
Egbert van der Poel (1621–1664) wordt in Delft geboren als zoon van een zilversmid. Net als zijn broer Adriaen gaat hij het schildersvak in. Naast landschappen, stadsgezichten en boerenscènes schildert Van der Poel maneschijntjes, voorstellingen in het maanlicht. Uiteindelijk specialiseert hij zich in zogenoemde brandjes, scènes waarin boerderijen, molens of andere gebouwen in brand staan. Van der Poel laat felle vuurpluimen afsteken tegen een donkere nacht. Dit blijkt een succesvolle formule.

Delft kort na de ontploffing van het kruithuismagazijn, 12 oktober 1654, Daniël Vosmaer, 1654-1666, olieverf op paneel. Foto: Tom Haartsen
Herkenbaar beeld
Voor weergaves van de kruithuisontploffing is duidelijk een markt. Naast Van der Poel schildert ook Daniël Vosmaer (1622-na 1666) de rampplek meerdere malen. In hun schilderijen figureert prominent de Delftse skyline, met aan de horizon de torens van de Nieuwe Kerk, het stadhuis en de Oude Kerk.

Gezicht op de Paardenmarkt te Delft, Pieter Wouwerman (II), 1665, olieverf op doek. Foto: Tom Haartsen
Herinnering
De buskruitramp spreekt door de schilderijen van Van der Poel nog altijd tot de verbeelding. De schilder signeert alle donderslagscènes met de datum van de explosie, 12 oktober 1654, zodat niemand de ramp zou vergeten. De kaalgeslagen plek krijgt een nieuwe bestemming als paardenmarkt. Als Pieter Wouwerman (1623-1682) dit tafereel in 1665 schildert, lijken alle sporen van de explosie inmiddels verdwenen.