Delftse Meesters
Altijd te zien
Zien
Rond 1650 bruist de Delftse kunstwereld. Delftse meesters inspireren elkaar en maken kunstwerken die tot op de dag van vandaag geliefd zijn over de hele wereld. Museum Prinsenhof Delft toont deze 17de-eeuwse topstukken: schilderijen, maar ook zilverkunst en aardewerk. Door de eeuwen heen blijft de stad een broedplaats van artistiek talent. In het Prinsenhof ervaar je dit in de meest oorspronkelijke context. Want zonder Delft, geen Delftse meesters!
Artistieke bloei
Eind 16de eeuw trekken veel immigranten uit de Zuidelijke Nederlanden naar het noorden. Ook naar Delft. Onder de nieuwe Delftenaren zijn kunstenaars en ambachtslieden. Zo richt de Antwerpse tapijtwever François Spiering een atelier op in Delft en vestigt ook de Haagse zilversmid Nicolaes de Grebber zich in de stad. Tegelijk start de lokale portretschilder Michiel van Mierevelt een zeer succesvol atelier. Dit betekent het begin van een artistieke bloeiperiode in Delft, die tot ver in de 17de eeuw zal duren.
Diana en haar jachtgezelschap, François Spiering, ca. 1613-1620, wol en zijde. Foto: Tom Haartsen
Toonaangevend
Rond 1650 bereikt de bloeiperiode een hoogtepunt en groeit Delft uit tot een van de meest toonaangevende kunstcentra van het land. Van alle Delftse meesters is Johannes Vermeer zonder twijfel de beroemdste, maar onder zijn stadgenoten zijn er meer die uitblinken en hun stempel drukken. Schilders zoals Leonaert Bramer en Gerard Houckgeest dragen bij aan de ontwikkeling van de schilderkunst en experimenteren met een vernieuwend gebruik van perspectief en kleur.
De Oude Kerk met zicht op het orgel, Gerard Houckgeest, 1650 -1651, olieverf op paneel, aankoop met steun Vereniging Rembrandt (mede dankzij haar Fondsen) en St. Van Oosten-Oosterholt, Vriendenvereniging van Museum Prinsenhof Delft en M. en H. Enthoven.
Kruisbestuiving
Niet alleen de schilderkunst floreert. Ook zilversmeden als Adriaen de Grebber, tapijtwevers als Karel van Mander de Jonge en plateelbakkers als Samuel van Eenhoorn zijn zeer succesvol. In Delft bestaat een hecht netwerk van kunstenaars die innoveren, elkaar inspireren, wedijveren en samenwerken.
Nautilusbeker met zingende faunen, Anoniem, 1592, zilver, email, glas, nautilusschelp, aankoop met steun van de Vereniging Rembrandt. Foto: Albertine Dijkema
Nulgroep
In de 20ste eeuw wordt de artistieke traditie in Delft voortgezet. Zo maakt de Delftse schilder Bram Bogart vanaf de jaren 50 in Parijs furore met zijn materiekunst; schilderijen opgebouwd uit dikke lagen verf. Daarmee is hij een inspiratiebron voor jonge kunstenaars. Een aantal van hen richt in 1958 in Delft de Informele Groep op, die enkele jaren later wordt voortgezet als de Nulgroep. Kunstwerken van de Delftse leden Jan Schoonhoven en Jan Henderikse zijn in het Prinsenhof te zien.
Assemblage met rommel-afval, Jan Henderikse, 1960, ducttape, hout, plastic, verf, waferboard/OSB. Foto: Tom Haartsen
Moderne meesters
Museum Prinsenhof Delft blijft haar collectie Delftse meesters verrijken. In de afgelopen decennia onder andere met werk van moderne kunstenaars zoals Jaap van den Ende, Corrie de Boer en Theo Jansen. Zo is het Prinsenhof een thuis voor oude en nieuwe Delftse meesters.
Witje, Serie B, no. 16, Corrie de Boer, 1975, gestikt linnen. Foto: René Gerritsen