Het conflict met Lumey
In de strijd tegen de Spanjaarden heeft Willem van Oranje een gebrek aan troepen. Daarom besluit hij samen te werken met een protestantse zeeroversbende. De schepen van de bende worden uitgerust met kanonnen en een zwaarbewapende bemanning, om Spaanse en Spaansgezinde schepen te beroven. De mannen van deze vloot worden al snel ‘watergeuzen’ genoemd.
De watergeuzen zijn waardevolle krachten voor Willem. Zo weten ze op 1 april 1572 Den Briel te veroveren, misschien wel de bekendste gebeurtenis van de Tachtigjarige Oorlog. Willem benoemt hun opperbevelhebber Van der Marck (Lumey genoemd) tot luitenant.

De watergeuzen rammen de stadspoort van Den Briel, Jan Luyken,1677-1679, gravure, PDP 66
Een gewelddadige groep
Maar er is ook een keerzijde. De groep is gewelddadig en houdt regelmatig plundertochten in kustdorpen. Overal waar ze komen, persen ze burgers af en vernielen ze kloosters en kerken. Dat is slecht voor de reputatie van de opstandelingen. Willem kan hen niet onder de duim houden. Hij zit in een spagaat: hij staat niet achter hun werkwijze, maar hij heeft de watergeuzen nodig in zijn strijd tegen de Spanjaarden. Daarom blijft hij met hen samenwerken.
Uit de hand gelopen diner
In 1572 vlucht Willem van Oranje naar Delft en neemt hij zijn intrek in het Sint Agathaklooster, vanaf dan bekend als het Prinsenhof. De rector van het klooster, Cornelis Musius, is bevriend met Willem van Oranje. Lumey vindt het maar niks dat Willem zulke warme banden heeft met een katholiek. Als Lumey in het Prinsenhof komt dineren is ook Musius aanwezig – hij heeft zelfs een plek aan het hoofd van de tafel gekregen. Lumey eist dat Willem de ‘paap’ (scheldwoord voor katholiek) op een andere plek aan de tafel laat zitten, of hij hakt Musius’ hoofd af.

Portret van Cornelis Musius, anoniem, 1572, olieverf op paneel, PDS 145. Foto: Tom Haartsen
Moord op Musius
Ook na deze avond blijft Lumey Musius bedreigen en intimideren. Het loopt zo hoog op dat de rector besluit om naar Den Haag te vluchten. Maar Willem staat erop dat hij meteen weer terugkomt naar Delft. Daarbij loopt Musius recht in de armen van Lumey en zijn troepen. Die waren net onderweg om via Leiden naar Haarlem te gaan. Ze dwingen Musius om mee te gaan naar Leiden. Daar martelen ze hem, om informatie te krijgen over waar de kostbaarheden uit het Sint Agathaklooster zijn gebleven. Musius laat niets los. Nog dezelfde avond laat Lumey Musius publiekelijk ophangen.
Willem ontslaat Lumey
Het is de zoveelste wandaad die Lumey en zijn mannen begaan. Willem is woedend en ontslaat Lumey als legeraanvoerder. Maar met de watergeuzen blijft hij wel werken. Ze zullen onder andere onmisbaar blijken in het ontzet van Alkmaar, Middelburg en Leiden.

Portret van Willem II van der Marck Lumey, anoniem, 1600-1625, gravure, PDP 439